Als een kind oud genoeg is, gaat het door naar de volgende speltak. Binnen Scouting heet dit ‘overvliegen’. De leiding geeft aan welke kinderen overvliegen. Het overvliegen gebeurt aan het begin van het seizoen, bij de groepsopening. De kinderen die overvliegen, mogen voordat zij gaan overvliegen eerst al een paar keer kijken bij de volgende speltak.
Als je nieuw bent bij Scouting of je naar je nieuwe speltak bent overgevlogen word je geïnstalleerd. Hiervoor heb je een uniform van de betreffende speltak nodig (en overvliegers dragen de al eerder gekregen insignes en groepsdas). Nieuwe leden en overvliegers worden dan officieel geïnstalleerd bij de speltak; ze horen er na deze ceremonie echt bij. Ouders, opa’s en oma’s en anderen zijn welkom om deze ceremonie mee te vieren. Meestal worden meerdere kinderen tegelijkertijd geïnstalleerd. Van tevoren oefenen we het installeren met elkaar. Tijdens het installeren komt elk kind naar voren en geeft de linkerhand aan de leider. Met de rechterhand maakt het kind de Scoutinggroet en spreekt het de Scoutingbelofte uit. Het nieuwe lid krijgt het installatieteken, het speltakteken en het naambandje van de groep opgespeld. Ten slotte mag de bruin-gele das om!
